De kleur, omvang en naam zijn niet voor niets gekozen. Ubbinks Rode Boekje is een subtiele verwijzing naar Mao Zedong, de grondlegger en communistische leider van de Volksrepubliek China. In het Chinese Rode Boekje, gepubliceerd in 1964, staan 427 citaten van Mao. In de jaren zestig was het boekje het meest zichtbare symbool van China. Iedere Chinees werd ook geacht er een in zijn bezit te hebben, het te allen tijde bij zich te hebben en het goed te bestuderen.
Bij Ubbink kreeg iedere nieuwe werknemer het boekje. Ex-directeur Martin Beijer is de bedenker ervan en heeft het samen geschreven met Bob Goudzwaard, voormalig werknemerscommissaris van Ubbink en vooraanstaand politicus van het CDA. ‘Macht was en is er al genoeg’, zegt Beijer. ‘Wij wilden graag opkomen voor de zwakkeren in de samenleving.’
Vooral het sociale statuut is bijzonder. Daarin is op papier vastgelegd dat de onderneming in het kader van haar statutaire doelstellingen een economische, sociale en maatschappelijke taak heeft, die gelijk zijn aan elkaar. En dat winst dienstbaar is aan de continuïteit van de onderneming. Beijer: ‘Prachtig, toch? Wie zou dat nu nog durven te schrijven?’