Het proces begint met het vullen van de trechter (1) op de machine. Van daaruit komen de korrels in een cilinder terecht. De kunststof wordt daarin verhit, zodat deze smelt en vloeibaar wordt. Een lange schroef (2) in de cilinder perst de smeltende kunststof vervolgens naar voren.
De gesmolten kunststof wordt dan onder hoge druk in de holte(s) van de matrijs gespoten. (3) De kunststof moet dan direct worden gekoeld, waardoor deze stolt en het product wordt gevormd. (4) De sluiteenheid – die tijdens het injecteren van de gesmolten kunststof ervoor zorgt dat de matrijs dicht blijft – gaat vervolgens open, waarna het product wordt uitgestoten. (5)
Er zijn natuurlijk verschillen tussen de machines, omdat je voor grotere producten bijvoorbeeld meer sluitkracht nodig hebt (zodat de matrijs niet opengaat tijdens het injecteren van de kunststof). De machines kunnen ook gekoppeld zijn aan robots. En er zijn machines die 2K spuitgieten, dat betekent dat twee soorten kunststof (bijvoorbeeld hard en zacht plastic) tegelijkertijd gespoten kunnen worden.