Op zijn veertigste wordt Frans hoofd Inkoop. Tot zijn pensioen zal hij dat blijven. ‘Dat heb ik altijd heel mooi gevonden. Leidinggeven, mensen stimuleren, leveranciers bezoeken en relaties opbouwen. Ik ging altijd kijken bij de leveranciers. Hoe werken ze? Is het een rommel op de vloer? Dan is dat “boven” ook het geval.’
Maar niet alleen zijn werkende leven bestaat bijna vijftig jaar uit Ubbink. Het bedrijf vormt ook zijn privéleven. Frans heeft namelijk een Ubbink-vrouw. In de pauze ziet hij tijdens het voetballen telkens een ‘mooi meisje’ langsfietsen. Dat het de dochter is van de toenmalige bedrijfsleider Jan Beekman, weerhoudt hem er niet van haar op een dag aan te spreken. ‘Inmiddels zijn we 44 jaar getrouwd.’
De familie Beekman, afkomstig uit Amsterdam, woont in die tijd aan de Verhuellweg. Lange tijd staat er namelijk een klein aantal huizen op het industrieterrein. ‘Na het stappen bracht ik mijn vriendin dan thuis bij mijn baas’, vertelt Frans. ‘Het kwam regelmatig voor dat mijn schoonmoeder dan vroeg of ik even in de fabriek wilde gaan kijken, want dan had ze Jan al een paar uur niet meer gezien. Dan liep ik de hal in en dan stond Jan naast een enorme berg vloerventilatiekokers. We monteerden dan een sneeuwschuiver op de heftruck en schoven zo de hele bult weg.’
‘Mijn schoonvader was dag en nacht bezig met Ubbink’, vervolgt Frans. ‘De twee spuitgietmachines die we toen hadden, draaiden altijd door. In de avonden en weekenden moest dan om de paar uur alles aan de kant geschoven worden, zodat ze konden blijven draaien. Mijn schoonvader kon dus nooit te lang op een verjaardag blijven.’
En zo zijn er na 48 jaar Ubbink nog tal van anekdotes te vertellen. Stuk voor stuk zijn ze mooi. Want de warme gevoelens die Frans nog altijd heeft voor het bedrijf, zullen nooit veranderen.