17 januari 2022

Er is geen dag dat ik die jongens niet even opzoek

‘Weet je wat het échte Ubbink-gevoel is?’, vraagt Gerie Schunk, ‘Ik heb tientallen jaren gehad dat ik ’s morgens om zes uur hier was en ’s avonds om halfnegen pas naar huis ging. Dat zegt alles.’

Verhaal-11-Echte-Ubbink-mannen_1920x1280px

Samen met Marcel Dibbes en Erik Lammers vertelt Gerie over hun ervaringen bij het Doesburgse bedrijf. Met z’n drieën zijn ze goed voor meer dan honderd jaar Ubbink. Erik: ‘Ik ben in 1989 hier blijven hangen door de gemoedelijkheid. Het biertje op vrijdagavond en daarna samen naar het café. Je doet het voor en met elkaar.’

Stuk voor stuk hebben ze een mooie carrière binnen Ubbink gemaakt. Zo heeft Gerie de huidige productielijnen, de zogeheten lean-lijnen, ingevoerd. ‘Lean betekent in één zin het elimineren van overbodige zaken. Iedere stap te veel is niet goed.’ Dibbes is verantwoordelijk voor het magazijn en Erik heeft tegenwoordig de functietitel warehouse proces engineer. Dibbes lachend over Erik: ‘Hij doet alles waar een manager geen zin in heeft. En dat is veel.’

Efteling

Het gesprek schiet snel alle kanten op. Geregeld wordt het Nederlands verruild voor Achterhoeks dialect, de ene anekdote is nog sterker dan de andere. Zo gaat het over de jaarlijkse viswedstrijden uit het verleden, lang georganiseerd door Gerie.

Ik ben nog altijd trots dat ik voor Ubbink mag werken. Dat kan niemand veranderen.

Marcel, steevast Dibbes genoemd: ‘De een-na-laatste keer kreeg een toeschouwer een epileptische aanval. Die pleurde tegen een ander aan en die viel zo in het water. Wij hadden nog niks gevangen, dus we dachten vooral dat-ie ons gewoon probeerde af te leiden.’

Of over het uitje naar de Efteling, bij het honderdjarig bestaan. ‘Drie dagen daarvoor was ik geopereerd aan een hernia, maar ik moest en zou meegaan van de collega’s. Nou, iedereen verzameld hier voor het bedrijf. Komen er van die Engelse bussen voorrijden. Met houten bankjes ... Hebben we drie-en-een-half uur ingezeten’, zegt Gerie met een blik alsof hij er nog altijd last van heeft.

Ze komen alle drie ook nog uit de tijd dat er tussen de productie door nog werd gevoetbald in de fabriek. Marcel: ‘Tussen de middag gingen we ook wel een uurtje of twee aan het water hierachter zitten vissen.’ Gerie: ‘Ik ging nog weleens stappen. Kwam ik thuis, ging de wekker af. Beetje dronken natuurlijk, maar toch maar naar het werk. Dan zei mijn baas: “Gerie, ga daarachter maar even slapen, ik maak oe straks wel wakker.”’

Ze hebben niet alleen verhalen met een lach. Met passie kunnen ze vertellen over hun werk en de ontwikkelingen binnen het bedrijf waar ze hard aan mee hebben gewerkt. Met liefde spreken ze over hun overleden collega Rinus Bosvelt. En met trots halen ze aan wat de ondernemingsraad allemaal heeft bereikt voor werknemers. Dibbes: ‘Ubbink is een goede werkgever.’

Maar in het hele gesprek is de hunkering naar vroeger voelbaar. Op vele gebieden is er geprofessionaliseerd. Ze zien best dat Ubbink daardoor sterk gegroeid is. ‘Maar vroeger werden er veel dingen op gevoel gedaan. Op ervaring’, zegt Dibbes. Gerie: ‘Er hing een echt familiegevoel.’ Dibbes: ‘Dat is wel anders geworden.’

Ze kunnen daardoor, geven ze zelf ook wel toe, best weleens mopperen. Over veranderingen binnen het bedrijf. Over extra regels. Over de jongere generatie. Gerie: ‘We zijn inmiddels op leeftijd en vergeten dat de hele maatschappij verandert. Maar dat betekent niet dat we niet met weemoed terugdenken aan die oude tijd.’

De tijd. Ubbink. De samenleving. Het mag dan allemaal veranderd zijn in al die jaren. Eén ding blijft: de onderlinge verbondenheid.

Gerie: ‘Er is geen dag dat ik die jongens niet even opzoek. Je kunt alles bij elkaar kwijt.’

Dibbes: ‘Je houdt elkaar scherp, dat is mooi.’

Erik: ‘Af en toe krijg je een tik op je neus, af en toe een compliment.’

Dibbes: ‘Ik geef Erik iedere dag complimentjes dat-ie er weer zo goed uitziet.’

Een lach.

Gerie: ‘Ik heb de veranderingen misschien een beetje extreem neergezet, maar mijn Ubbink-gevoel is nog steeds hetzelfde. Ik ben nog altijd trots dat ik voor Ubbink mag werken. Dat kan niemand veranderen.’

Meer verhalen

Raad

Raad

Het is het eerste wat Carlo Veraart noemt. De inrichting van de winstuitkering blijft een van de hoogtepunten uit de geschiedenis van de ondernemingsraad (or). ‘In plaats van een percentage van je salaris is er binnen Ubbink een beschikbaar bedrag en dat wordt gedeeld door het aantal werknemers’, zegt hij. ‘Iedereen krijgt dus hetzelfde. Dat is een initiatief van de or geweest en het bestaat nog altijd. Daar zijn we trots op.’

Lees meer
125 jaar Ubbink: Hoe werkt vacuümvormen?

125 jaar Ubbink: Hoe werkt vacuümvormen?

Een van de twee technieken die Ubbink gebruikt om producten te maken, is vacuümvormen. De machine zuigt als het ware een kunststof plaat in de juiste vorm. Hoe ziet dat proces eruit en hoe werkt zo’n machine?

Lees meer