Hij kan er met zijn hoofd niet bij. Als Raino Rieseler op verzoek in een glazen bol kijkt, ziet hij een groot probleem. ‘Stel,’ begint hij, ‘de auto, fiets, motor et cetera zijn vanaf vandaag allemaal verboden. Maar je moet morgen van Amsterdam naar Zwolle. Hoe kom je daar dan? Dat wordt een lastig verhaal, omdat je geen alternatief hebt. Precies dit is er in Europa aan de hand bij het verwarmen van huizen.’
Rieseler is directeur van Centrotherm, een bedrijf in de Duitse plaats Brilon. Centrotherm heeft hetzelfde moederbedrijf als Ubbink. Bovendien verkopen beide bedrijven voornamelijk rookgassystemen. Alleen is Centrotherm gespecialiseerd in extrusie (lange plastic pijpen maken) en Ubbink in spuitgieten (smalle plastic onderdelen). Ubbink en Centrotherm vullen elkaar dus precies aan. Ze zijn daarom klant en leverancier van elkaar.
De uitdagingen waar Centrotherm en Ubbink voor staan, zijn dan ook vergelijkbaar. Die liggen vooral op het gebied van rookgas. En dat is eindig. In Nederland worden nieuwbouwhuizen al zonder gasaansluiting gebouwd. In 2050 wil de politiek dat heel het land van het gas af is. Rieseler ziet in heel Europa diezelfde trend. En daar heeft hij zo zijn twijfels bij.
‘Als je nu besluit om vrachtwagens te verbieden en in plaats daarvan treinen te gebruiken, dan moeten er wel aanpassingen worden gedaan aan het spoor, maar dan heb je tenminste een oplossing’, zegt hij. ‘Maar voor het verwarmen van huizen is dat alternatief er nog helemaal niet.
Er wordt hard naar gezocht, maar een oplossing er nog niet. Ja, er zijn warmtepompen. Maar in een oud gebouw of groot kantoorpand zijn die echt kansloos.’
De politiek, in heel Europa, zou wat hem betreft moeten wachten met het verbieden van gas totdat er een goed alternatief is. ‘En ze zouden geld moeten steken in research en ontwikkeling. Ik vraag mij echt af hoelang dit goed gaat. Je kunt niet de boom omhakken waarop je zit en zeggen: er groeit vanzelf wel een nieuwe. Met gewoon optimistisch blijven los je geen problemen op.
’Het is voor zowel Centrotherm als Ubbink van belang om de ontwikkelingen goed in de gaten te houden en tijdig in te spelen op de veranderingen. Zo richten de bedrijven zich al langere tijd niet alleen op rookgassystemen, maar hebben ze bijvoorbeeld ook ventilatieoplossingen.
Bovendien worden de krachten steeds meer gebundeld. Centrotherm en Ubbink vormen binnen moederbedrijf Centrotec al langer samen de Ubbink Centrotherm Group (UCG). Alleen was de UCG lange tijd nog vooral een papieren werkelijkheid. De laatste jaren is de band tussen Ubbink en Centrotherm veel hechter geworden.
‘Kennis en ervaringen worden nu veel makkelijker gedeeld’, zegt Rieseler. ‘Ik houd mij veel bezig met research & development. Ook al zitten de bedrijven een paar honderd kilometer uit elkaar, je ziet dat mensen op die afdelingen nu sneller overleggen en elkaar helpen. Er is geen terughoudendheid meer, er wordt niets geheimgehouden. Dat is heel prettig. Want uiteindelijk willen we het beste voor UCG.’
Rieseler ziet het als een belangrijke uitdaging om dat gemeenschappelijke gevoel te versterken. ‘We moeten het elkaar zo makkelijk mogelijk maken. We hebben wat dat betreft al veel bereikt de afgelopen jaren. Alleen wordt dat op de werkvloer nog lang niet altijd zo ervaren. De cultuur is, zeker in Duitsland, dat er vooral over problemen wordt gesproken. Als iets is opgelost, gaan we weer naar het volgende probleem. Daardoor zijn we niet trots genoeg op wat we al hebben bereikt en mis je de positieve effecten van de oplossing. Wij presenteren daarom tegenwoordig op de schermen op onze productielocatie de mijlpalen en verbeteringen, zodat er meer bewustzijn komt van wat er allemaal al is gebeurd.’
Rieseler maakt zich dan weliswaar zorgen over de ontwikkelingen en besluiten rondom de energietransitie, voor de Ubbink Centrotherm Group ziet hij een zonnige toekomst. ‘Ubbink is er heel sterk in om zichzelf elke keer weer opnieuw uit te vinden, dus wat betreft maak ik mij geen enkele zorgen. De 125-jarige geschiedenis van Ubbink is ook een goede basis voor UCG. In combinatie met de kwaliteiten van alle andere bedrijven binnen de groep zijn we samen heel erg sterk. Met de spirit die er heerst kunnen we alle grote uitdagingen aan.’
