Veelgestelde vragen

Ventilatie

Lees hier onze antwoorden op verschillende veelgestelde vragen die bij ons binnenkomen omtrent het onderwerp ventilatie. Staat jouw vraag er niet tussen? Stel je vraag dan aan ons!

Een gezond binnenklimaat heeft meerdere kenmerken. De temperatuur moet aangenaam zijn en voldoende daglicht is belangrijk. Belangrijk is ook dat de luchtkwaliteit van een goed niveau is, dat wil zeggen: genoeg ventilatie en verse lucht, een goedwerkend ventilatiesysteem en geen luchtvervuilende bronnen. 

In Nederland wordt de ventilatiebehoefte berekend op basis van het aantal kubieke meters. In het Bouwbesluit voor woningen staan geen eisen voor de concentraties fijnstof en CO2. Wel wordt er vaak een grenswaarde aangehouden van 1.200 ppm. Vraag gestuurde ventilatie-units zijn bovendien zo afgesteld dat ze vaak ‘optoeren’ bij 800 ppm.

De luchtkwaliteit in woningen en gebouwen is vaak slecht. Om die te verbeteren is ventilatie het belangrijkste. Lucht alle ruimtes ongeveer een kwartier per dag. Dit kan door de ramen en deuren even open te zetten, zodat vieze lucht naar buiten kan en frisse lucht naar binnen. Ook is het belangrijk om je ventilatiesysteem regelmatig te controleren op de werking ervan.

Bij ventilatiesysteem C wordt de verse lucht aangevoerd via raam- en/of muurroosters en voert een mechanische ventilatie-unit de vieze lucht af. Door de mechanische afvoer ontstaat in de woning onderdruk. Daardoor komt de verse lucht op een natuurlijke manier via de roosters in de woning.

Bij balansventilatie (syteem D) wordt de lucht mechanisch aan- en afgevoerd. De verse buitenlucht komt dan niet via raamroosters binnen, maar wordt vanaf een centraal punt aangezogen. Vervolgens vindt de lucht via de WTW unit en ventilatiekanalen - en eventueel een luchtverdeelkast - de weg naar de leefruimtes. De vervuilde lucht wordt mechanisch afgevoerd.

Balansventilatie is tegenwoordig altijd voorzien van een warmtewisselaar, daarom wordt het ook vaak een warmteterugwinning (WTW) unit genoemd. De verse, koude lucht van buiten wordt voorverwarmd door de uitgaande luchtstroom, zonder deze luchtstromen met elkaar te mengen. In de zomer wordt de lucht gekoeld door de uitgaande luchtstroom.

Het is een misverstand dat ramen en deuren dicht moeten blijven bij een mechanisch ventilatiesysteem. Sterker nog, een kwartier per dag luchten is juist goed. Het zal er alleen voor zorgen dat het systeem tijdelijk iets minder efficiënt werkt, maar tegen het gevoel van directe frisse lucht toetreding kan geen wetenschap op.

Ventilatie wordt vaak verward met luchten. Dit zijn twee verschillende dingen. Ventileren betekent continu frisse lucht aanvoeren en vervuilde lucht afvoeren. Luchten is ramen en deuren even tegenover elkaar openzetten, het zogenaamde spuien, zodat in korte tijd snel schone lucht naar binnen kan. Luchten is dus geen vervanging voor ventileren.

Een luchtverdeelkast verdeelt de lucht die door de ventilatie-unit wordt afgezogen en aangevoerd. Er gaat een hoofdkanaal van de unit naar de kast, van waar de lucht verdeeld wordt over de verschillende vertrekken in huis.

Een luchtverdeelkast kan voor beide systemen worden gebruikt. In de praktijk zien we dat het vooral wordt toegepast bij ventilatiesysteem D (balansventilatie), omdat hiervoor veel meer leidingwerk nodig is dan bij systeem C. Bij het ventilatiesysteem wordt namelijk de lucht mechanisch aan- en afgevoerd. Bij C is alleen de afvoer van de lucht mechanisch.

In het luchtverdeelsysteem Air Excellent van Ubbink gebeurt de inregeling van het ventilatiesysteem in de luchtverdeelkast. Met restrictieringen kun je bepalen hoeveel lucht er precies door de leidingen gaat. De inregeling van het Air Excellent systeem met luchtverdeelkast gebeurt dus niet meer bij de ventielen. Hierdoor wordt het ventilatie systeem ook stiller.

Het werken met een luchtverdeelkast in een ventilatiesysteem biedt meerdere voordelen. Zo kun je daardoor met flexibele kanalen werken. Dat is prettig, want flexibele kanalen verlagen de bouwkosten, verkleinen de kans op faalkosten, voorkomen het doorslijpen van supporters, besparen ruimte en maken het kruisen met andere disciplines in de vloer een stuk makkelijker.

Bovendien worden de weerstanden in het verdeelsysteem kleiner en is de kans kleiner dat er sprake is van spraakoverdracht tussen de verschillende ruimtes via het ventilatiesysteem. Ten slotte is het reinigen van het systeem makkelijker doordat er minder of geen verlopen in het kanaalwerk zitten en gebeurt het inregelen van het systeem met restrictieringen in de luchtverdeelkast in plaats van op de ventielen in de leefruimtes.

Restrictieringen worden aan de binnenkant van een luchtverdeelkast geplaatst. Daarmee bepaal je heel nauwkeurig hoeveel lucht er door de kanalen naar een ruimte gaat. Je hoeft dat dus niet meer te doen met de ventielen, zoals dat traditioneel gebeurt.

Door de inregeling met de restrictieringen bij de luchtverdeelkast in plaats van op de ventielen bespaar je als installateur veel tijd. Je hoeft namelijk niet meer per ruimte aan het ventiel te draaien. Bovendien zorgen de ringen ervoor dat er minder geluidsoverlast is in de verschillende (leef)ruimtes. Ook kunnen bewoners het ventilatiesysteem niet meer verstoren en ontregelen door aan de ventielen te draaien.

Een restrictiering bestaat uit twaalf uitneembare ringen. Om te bepalen hoe groot de doorgang van de ring precies moet zijn, gebruik je de gratis AE configurator van Ubbink. Als je de ventilatiecapaciteit voor de woning en de diameters van de kanalen weet, maak je met de configurator de weerstandsberekening. Je weet dan exact hoeveel ringetjes je uit de restrictiering moet halen om in elke ruimte de juiste hoeveelheid lucht te krijgen.

Er zijn een aantal manieren om als installateur de geluidsoverlast van een ventilatiesysteem te verminderen. Zo geldt in de regel: hoe minder bochten, hoe minder geluidsoverlast. Korte, rechte leidingen maken is dus het devies. 

Een andere effectieve methode is het gebruiken van een luchtverdeelkast en de bijbehorende restrictieringen. Hiermee gebeurt de inregeling van het systeem niet in de (leef)ruimtes, maar bij de luchtverdeelkast, die vaak wordt geplaatst in een technische ruimte. Bewoners zullen hierdoor minder geluidsoverlast ervaren.